In het verleden is heel wat onderzoek uitgevoerd naar het aanleggen van gecontroleerde overstromingsgebieden in de nog open ruimte tussen de verschillende woonkernen langs de Heulebeek. Het rendement van deze extra berging bleek beperkt ten opzichte van de kritische woonkerken, opdat deze valleigebieden op vandaag reeds overstromen en een extra afgraving beperkt is omwille van het landgebruiken en de hoge grondwaterstand in de vallei. Het tijdelijk bufferen van water in de benedenstroomse valleisystemen is geen duurzame aanpak van het falende watersysteem in functie van droogte en wateroverlast, dit water zou immers toch maar in de wachtkamer staan om afgevoerd te worden naar zee. Er moet meer ingezet worden op de bronbeek systemen in het bovenstroomse valleisystemen waardoor de grondwaterstand in heel het stroomgebied erop vooruit kan gaan. Het landschap moet in staat zijn het neerslagoverschot langer vast te houden en te infiltreren voordat het afstroomt naar de vallei. Dit kan gebeuren door het herstellen van historische tijdelijke natte landschapsdepressies boven in het stroomgebied. Het opgespaarde winteroverschot uit deze brongerichte maatregelen zullen letterlijk brongebieden van de Heulebeek voeden en zo de tekorten in droge perioden overbrugbaar maken.
Modelleringen wijzen uit dat om de dorpskernen van Dadizele en Ledegem te beschermen heel wat bijkomende buffercapaciteit noodzakelijk is op het bovenstroomse gebied van de Heulebeek en zijtakken. Op basis van een analyse van het digitaal hoogtemodel werden een aantal locaties geselecteerd waar ingrepen op een zo efficiënt mogelijke wijze deze extra buffer kunnen realiseren.
Aangezien de regio zich ook laat kenmerken als een intensieve landbouwregio met een grote irrigatiebehoefte, wordt bij het aanleggen of ontwerpen van de gecontroleerde overstromingsgebieden steeds de mogelijkheid voor het realiseren van een spaarvolume met captatiepunt mee in overweging genomen.
Het realiseren van een gecontroleerd overstromingsgebied met spaarvolume vereist grondinnames. Om deze onderhandelingen vlotter te laten verlopen en getroffen landbouwers tegemoet te komen, richtte de provincie een grondenbank op. Landbouwers krijgen met andere woorden de mogelijkheid om hun gronden in te ruilen voor andere percelen en op deze manier geen bewerkbare oppervlakte te verliezen.
Opwaarderen van het voormalige Dadipark
De gemeente Moorslede, de Provincie West-Vlaanderen en de NV Dadipark sloten in 2016 een samenwerkingsovereenkomst af om de herinvulling van het voormalige Dadipark in goede banen te leiden. Via de selectieprocedure Oproep Winvorm, is eind 2018 een masterplan opgeleverd voor de site. Het masterplan vormt het inhoudelijke uitgangspunt en raamwerk voor het RUP Dadipark dat momenteel in opmaak is (WVI, 2021).
Afgestemd op de uitdagingen ten gevolge van klimaatsverandering, is het de bedoeling het voormalige Dadipark - waardoor de Heulebeek loopt – uit te bouwen tot een publieke multifunctionele groene long in het centrum van Dadizele, als openbaar landschapspark.
Uit richtinggevende berekeningen van VMM is gebleken dat er in het afstromingsgebied van de Heulebeek bijkomende nood is aan in totaal 100.000 m³ buffercapaciteit om overstromingen in de regio van Dadizele en Ledegem tegen te gaan. De bedding rond de Heulebeek werd als signaalgebied aangeduid en een groot deel van het voormalige Dadipark als watergevoelige openruimtegebied (WORG-gebied). De site is nl. het enige effectief overstromingsgevoelig gebied van de Heulebeek met een harde gewestplanbestemming dat nog niet ontwikkeld is. Dit impliceert dat een groot deel van het gebied niet kan ontwikkeld worden i.f.v. hardere bestemmingen (bebouwing en infrastructuren). Het masterplan voor het voormalige Dadipark is met bovenstaande randvoorwaarden verder uitgewerkt: het doel is om er de huidige waterbergingscapaciteit te vergroten door via hermeandering terug ruimte aan de Heulebeek te geven. De beekloop wordt verbreed en verdiept, waardoor bergingsgebieden ontstaan die het water langer kunnen vasthouden. Deze waterbergingsruimte laat recreatief medegebruik toe: vlonderpaden bijvoorbeeld kunnen het gebied ook tijdens hogere waterstanden toegankelijk maken en houden de bodem doordringbaar.
Harde bestemmingen in functie van o.a. de woonontwikkelingsopgave (er werd een taakstelling van 57 wooneenheden onder de vorm van vnl. een meergezinswoningtypologie toegekend aan de site), de uitbreiding van de basisschool en de recreatieve clusters (bv. educatief centrum, kinderboerderij, kleinschalige indoor speelfaciliteiten, trekkershut…), situeren zich op hoger gelegen delen die gecreëerd worden door het hergebruik van de grond afkomstig van de herprofilering van de Heulebeek. Op de site zou de waterbergingscapaciteit verhogen met minimum 20.000m³ bijkomend buffervolume.
Onder impuls van de dienst Strategie en Ontwikkeling, die het projectmanagement op zich neemt, worden de verschillende stappen gezet om het project uiteindelijk te realiseren. Eind 2021-begin 2022 finaliseert WVI het gemeentelijk ruimtelijke uitvoeringsplan (RUP).
In de loop van 2021 en 2022 worden onderhandelingen gevoerd met de huidige grondeigenaars teneinde de definitieve projectcontour vast te leggen. Een samenwerking met het gemeentebestuur is daarbij onontbeerlijk.
De inrichtingswerken van het projectgebied, zowel op vlak van waterbeheer, recreatie als woonontwikkeling zijn de daaropvolgende stappen. De dienst Waterlopen neemt de trekkersrol op zich voor het aspect van de water gerelateerde en recreatieve invulling. Het streefdoel is tegen eind 2022 een studiebureau te hebben aangesteld dat als taak zal hebben het nodige studiewerk te doen ten aanzien van het waterbeheer en de opmaak van het omgevingsvergunnings- en uitvoeringsdossier.
Uitvoering van de inrichtingswerken volgt vanaf 2024.
Engagement
De dienst Waterlopen van de provincie West-Vlaanderen engageert er zich toe tegen eind 2022
een studiebureau te hebben aangesteld voor de uitvoering van het studiewerk en de opmaak van
het omgevingsvergunnings- en uitvoeringsdossier voor de herinrichting van het Dadiparksite.
De dienst Waterlopen engageert er zich toe de nodige werken voor de herinrichting van het
gebied in uitvoering te brengen vanaf 2024.