“Open Call for ideas”
“Open Call for ideas” is een wedstrijd georganiseerd door het Agentschap van de Eurometropool Lille-Kortrijk-Tournai en zijn 14 partners, met als doel concrete inrichtingsvoorstellen uit te werken binnen het Blauwe Park, een netwerk van zachte ruimtelijke verbindingen die de mensen in contact brengen met het water en de natuur. Het organisatiecomité stelt studenten voor om kleine projecten in te dienen om 3 sites van het Blauwe Park van de Eurometropool op te waarderen. “Ecologie” en “solidariteit” moeten hierbij centraal staan. De projecten moeten financieel haalbaar zijn en op korte termijn uitgevoerd kunnen worden.
De wedstrijd vloeit voort uit de dynamiek van de Summerschools m.b.t. de corridors (2016), de fijnmazige netwerken (capillairen) (2017) en de ondergrondse waterbekkens (2017) in het Blauwe Park, onder leiding van Paola Viganò en haar team: Chiara Cavalieri, Ecole Polytechnique Fédérale de Lausanne, en Michael Stas, Studio Paola Viganò.
“Open Call for ideas” is bedoeld voor alle studenten die een opleiding volgen binnen de disciplines stedenbouw of architectuur. Deze studenten moeten tijdens het academiejaar 2018-2019 ingeschreven zijn bij een instelling voor hoger onderwijs die deze disciplines aanbiedt.
Over welke 3 sites gaat het?
“Open Call for ideas” ging van start met een projectoproep die in de 3 deelregio's van de Eurometropool werd gelanceerd op 22.03.2019 tijdens Wereldwaterdag, publiek moment van het Blauwe Park. Het organisatiecomité selecteerde 1 site per deelregio. Voor elke site gelden ecologische specificiteiten, maar ook voorwaarden en vereisten van de lokale overheid die de kandidaten moeten naleven.
De 3 geselecteerde sites zijn:
-
- Reutelbeek in Geluwe (Vlaanderen – LEIEDAL)
- De zone van Léaucourt en Obigies in Pecq (Wallonië – IDETA)
- Het stroomgebied van de Libaude in Les Weppes (Frankrijk – MEL)
De kandidaten moeten na hun inschrijving één van de 3 sites kiezen. Voor en na hun inschrijving zullen hen documenten worden bezorgd met een beschrijving van de sites, het Blauwe Park en de Eurometropool.
3 sites (carte: Studio 018, Paola Viganò, wijzigingen agentschap)
Dossier
Reutelbeek in Geluwe (Vlaanderen – LEIEDAL)
Situering
De Reutelbeek is een kleine waterloop in de gemeente Geluwe (deelgemeente van Wervik). De beek loopt van west naar oost door de gemeente en doorkruist verschillende soorten ruimtes. De beek is publieke eigendom, de oeverstroken hebben een wisselend statuut, soms publiek, soms privaat. In de buurt van de beek zijn verschillende ontwikkelingen gaande. Vooral aan de noord-oostzijde van het dorp zijn vragen lopende voor private woonprojecten. Deze projecten zullen een verdere druk leggen op de (schaarse) open ruimte die in het dorp aanwezig is en veranderen het dorpse karakter van Geluwe.
Voor de wedstrijd wordt niet specifiek site naar voor geschoven maar de totaliteit van het dorp. Het voorstel mag zich beperken tot 1 specifieke plaats maar kan evenzeer gedacht worden als een reeks van ingrepen over de volledige lengte van de beek. Wel beperken de voorstellen zich tot kleinschalige ingrepen. Grote structurele ingrepen, zoals het openwerken van de beek aan de achterzijde van de kerk, vallen buiten de scoop van de opgave.
De opgave
Het dorp Geluwe, deelgemeente van Wervik, is historisch ontstaan aan de Reutelbeek. Net zoals vele Vlaamse dorpen verdween de betekenis van de beek doorheen de tijd. De overstromingsgebieden werden volgebouwd, de beek rechtgetrokken, een parking op de beek achter de kerk. De stad Wervik heeft als ambitie om het dorp terug aan de beek te brengen. Het gemeentepark (ontwerper Andy Malengier) was een eerste stap hierin. Maar de beek heeft meer potentie. Het kan een structurerend en kwalitatief element worden doorheen het dorp. Aan de beek vinden we namelijk verschillende publieke programma’s en plekken: de begraafplaats, het historisch centrum, de bibliotheek, het gemeentepark,…
In een dorp als Geluwe is geen nood en plaats om een stedelijk park te bouwen rondom de Reutelbeek. Nochtans is het verbinden van de open ruimte met de dagelijkse leefomgeving van belang om de woon- en leefkwaliteit van het dorp te verhogen. In de wedstrijd stellen we dan ook de vraag we hoe met eenvoudige en kleine ingrepen het dorp en de beek terug aan elkaar verbinden. Is de beek voldoende mentaal aanwezig? Kan de (ruime) omgeving van de beek een ontmoetingsplek worden? Welke verbindingen ontbreken er voor het dorp? Is het tracé van de beek een alternatief voor fietsers en voetgangers?
Naast het versterken van de dialoog tussen de bewoner/bezoeker en de beek willen we ook de vraag stellen naar co-existentie van mens en natuur; welke ecologische rol kan de beek opnemen in een sterk verstedelijkt weefsel en hoe kan dit tot uiting worden gebracht via kleine ingrepen. Moet er plaatselijk gewerkt worden aan het profiel van de beek? Zijn er voldoende verschillende biotopen aanwezig? Welke potentie biedt de beek bij het uitbouwen van een degelijke ecologische drager? En bovenal, hoe kunnen we dit doen?
Een laatste vraag die zich stelt is het uitbouwen van een robuuste waterstructuur. Door de wijziging van het neerslagpatroon zal de beek moeten functioneren in drogere zomers met piekbuien en nattere winters met meer regen. Dit betekent dat de beek meer ruimte zal innemen. Ook hier stelt zich de vraag hoe we nu reeds met kleine maatregelen kunnen bouwen aan een future-proof beek.
Het verbinden van deze drie opgaves: beleving van de beek, ecologische drager en de klimaatbestendigheid van de beek vormen de kernopgave van deze opdracht. De uitkomst van het werk kan verschillende vormen aannemen maar situeert zich in de opzet van kleine en beperkte ingrepen die eventueel samen met de gemeenschap worden gerealiseerd om de sociale betekenis van de ingreep te verhogen.
De zone van Léaucourt en Obigies in Pecq (Wallonië – IDETA)
De projectoproep heeft betrekking op 2 inrichtingen op de site van het drasland van Léaucourt:
De eerste inrichting betreft een uitbreiding van het Maison de Léaucourt die zich perfect integreert in de natuurlijke omgeving van het drasland. Dit gebouw zal fungeren als onthaal voor de bezoekers van de site, als vertrekpunt voor de wandelingen rond het thema ‘water’. De bezoekers zullen hier, in het hart van de natuur, iets kunnen drinken of een hapje kunnen eten. Specifieke aandacht gaat hierbij uit naar duurzame ontwikkeling. Het wordt een open gebouw, om het contact met de natuur te vergroten. De brasserie zal plaats bieden aan ongeveer 50 personen.
Het perceel is eigendom van de gemeente Pecq, gekadastreerd PECQ 3 DIV/HERINNES D659E, gelegen in woongebied met een landelijk karakter, aan de rand van het Natura 2000-gebied.
Zorg ervoor dat het drasland toegankelijk blijft voor voertuigen (onderhoud enz.).
De tweede inrichting betreft de bouw van een brug voor zachte mobiliteit over de Schelde ter hoogte van het dorp Esquelmes. Bezoekers van het Maison de Léaucourt krijgen zo de gelegenheid om de tweede dode arm en het dorpje Esquelmes te bereiken. Een eco-toeristische wandeling zou de bezienswaardigheden van het dorp kunnen omvatten, waaronder de 11de-eeuwse geklasseerde kerk, de laan met eiken en de militaire begraafplaats van het Gemenebest, een stille getuige van de Slag om de Schelde. De ideale locatie is de plaats waar de Schelde het smalst is.
koninklijk besluit van 7 september 1950
Art. 17.1. § 1. De bruikbare afmetingen der kunstwerken en de maximumdiepgang der vaartuigen, vermeld in artikel 1 van het algemeen reglement, zijn de volgende:
Het beheer van de oevers van de Schelde wordt verzekerd door Voies Hydrauliques de Wallonie - http://voies-hydrauliques.wallonie.be/opencms/opencms/fr
Synthetische fiche van de institutionele actoren
De site is eigendom van de gemeente Pecq en het beheer ervan wordt verzekerd door de vzw La Maison de Léaucourt. De site biedt een toeristisch informatiepunt, geleide bezoeken aan de dode armen en de moerassen, educatieve activiteiten, natuurcursussen en festiviteiten. De site is de uitvalsbasis van een Nordic Walking-club en sinds 2016 wordt er ook een breiworkshop gehouden. Twee donderdagen per maand wordt er met een lokale landbouwer een groepsaankoop georganiseerd. De burgers hebben zo de mogelijkheid om producten uit de korte keten te kopen en de producent te ontmoeten, wat de sociale cohesie tussen burgers bevordert.
De gemeentelijke subsidie voor de vzw werd verhoogd, zodat ze haar werkingsgebied zou kunnen uitbreiden tot alle oevers van de Schelde en eco-toeristische trajecten rond het drasland van de Schelde zou kunnen aanbieden.
Strategische krachtlijnen en uitdagingen van de site
Ecologie is vandaag de dag een prioritaire hefboom om duurzame ontwikkeling te stimuleren, en de burgers zijn zich daar steeds meer bewust van. Op het grondgebied van de gemeente Pecq bevinden zich het moerasgebied van Léaucourt en het drasland Hazard, twee sites van groot biologisch belang (SGIB) die zijn opgenomen in de Natura 2000-locatie BE32002 “Vallée de l'Escaut en aval de Tournai”. Een brug voor zachte mobiliteit zou het mogelijk maken om deze 2 zones aan weerszijden van de Schelde met elkaar te verbinden en tegelijkertijd toegang te geven tot het dorp Esquelmes met zijn interessant cultureel erfgoed. Esquelmes is een agrarisch en residentieel dorpje dat tot de gemeente Pecq behoort. Het typische landelijke karakter, de geklasseerde kerk uit de 11de eeuw, de gebouwen die opgenomen zijn in de inventaire du patrimoine culturel immobieler (Waalse inventaris van onroerend cultureel erfgoed), de twee vierkantshoeves uit het midden van de 18de eeuw, de pastorie en de lanen met eiken en de Engelse begraafplaats van de Gemenebest zijn interessante bezienswaardigheden. Ze kunnen opgenomen worden in de wandelingen die vertrekken vanuit het Maison de Léaucourt. Op die manier wordt het eco-toeristische aanbod van de gemeente uitgebreid.
In het drasland Hazard werden zitbanken, barbecues en openbare vuilnisbakken geïnstalleerd; ten noorden van Pecq wordt momenteel een andere dode arm van de Schelde (“Les Albronnes”) die al lang wordt verwaarloosd, heringericht met de installatie van barbecues, petanqueterreinen, zitbanken en een boomgaard: op die manier wordt deze site getransformeerd tot een aangename ontmoetingsplaats.
Dankzij de inrichting van de brasserie kunnen de bezoekers van de site of passanten hier een hapje eten of iets drinken, te midden van de natuur.
Het stroomgebied van de Libaude in Les Weppes (Frankrijk – MEL)
STROOMGEBIED VAN DE LIBAUDE, WEPPES, FRANKRIJK (MEL)
Context en algemene uitdagingen van de interventie van de Métropole Européenne de Lille (MEL) m.b.t. de waterlopen
Sinds 1 januari 2019 is de MEL bevoegd voor waterbeheer en overstromingspreventie (GEMAPI – Gestion des Milieux Aquatiques et de Prévention des Inondations).
Deze nieuwe bevoegdheid is een nieuw instrument voor het dagelijks beheer van de waterwegen van de MEL teneinde het onderhoud ervan te verzekeren.
Naast deze beheerfunctie is GEMAPI ook een tool voor ruimtelijke ordening dat de MEL voortaan in staat stelt een ambitieus plan uit te werken om haar 530 kilometer aan waterwegen op haar grondgebied op te waarderen.
Ten gevolge van de historische ontwikkeling van de MEL tijdens de voorbije eeuwen – zowel op stedelijk als op industrieel en landbouwgebied – hebben de waterlopen van de regio in de loop der tijd het voorwerp uitgemaakt van kunstmatige ingrepen en is de kwaliteit van het water erop achteruit gegaan (stedelijke en industriële lozingen, aanpassing van de waterlopen …). Dit heeft ertoe geleid dat men bij de territoriale ontwikkeling van de regio deze waterlopen “de rug heeft toegekeerd”.
Vandaag wil de MEL een grootschalig plan implementeren om deze waterlopen op te waarderen, de kwaliteit van het aquatische milieu te herstellen en het risico op overstromingen te verminderen. Daarnaast wil ze van deze waterlopen kwaliteitsvolle ruimtes maken die ten dienste staan van de leefomgeving.
Voorstelling van het stroomgebied van de Libaude en uitdagingen
De Libaude en zijn zijrivieren liggen in een overwegend landelijke en agrarisch stroomgebied.
Dit stroomgebied omvat de gemeenten La Bassée, Salomé, Hantay, Sainghin-en-Weppes, Fournes-en-Weppes, Wicres, Herlies, Illies en Marquillies.
De afvoerrivieren van het stroomgebied zijn de St-Martin en de Flot de Wingles stroomafwaarts, die uitmonden in het Deûle-kanaal.
Het stroomgebied van de Libaude brengt verschillende uitdagingen met zich mee, die de MEL zal aanpakken door middel van een hydraulische studie voorafgaand aan een interventieprogramma dat in 2020 van start zal gaan.
De eerste uitdaging is de preventie van en strijd tegen de overstromingen. Ook al grenst het gebied niet aan dichtbevolkte stedelijke gebieden, ten gevolge van de configuratie van de waterloop en zijn zijrivieren worden goederen steeds vaker blootgesteld aan overstromingen, in een context van klimaatverandering. De combinatie van een geometrie van de waterloop, een te recht tracé, de aanwezigheid van bochten, hinderende kunstwerken en een grote sedimentbodem, en de afwezigheid van oevervegetatie zorgen immers niet voor voldoende hydraulische circulatie in geval van storm en leiden tot overstromingen. Daarnaast leidt de geleidelijke verdwijning van sloten en landschapselementen in het landelijke gebied ook tot sterke afvloeiingseffecten naar de waterloop, wat de overstromingsdynamiek niet beperkt.
De studie die door de MEL zal worden gelanceerd, en het inrichtingsprogramma zullen deze elementen verduidelijken en een antwoord bieden op deze eerste problematiek.
De tweede uitdaging van dit stroomgebied is het terugwinnen van het milieu en het landschap. Deze waterloop, die in de loop der tijden ingrijpend werd heraangelegd, biedt niet langer gunstige voorwaarden voor de biodiversiteit en is geleidelijk aan geëvolueerd tot een grote sloot zonder enige landschappelijke aantrekkingskracht.
Gelet op deze ambitie om de levenskwaliteit rond de waterlopen te herstellen, worden de kandidaten uitgenodigd om oplossingen en inrichtingen voor te stellen die bijdragen tot een betere landschapskwaliteit van deze waterlopen.
De aandacht van de kandidaten wordt evenwel gevestigd op het private karakter van de waterlopen en op de omliggende landbouwpraktijken (cf. fiche doelstellingen en obstakels). Het ingediende project moet dus rekening houden met deze aspecten.
Institutionele actoren die betrokken zijn bij het beheer en de inrichting van het stroomgebied van de Libaude
In het algemeen is de inrichting van een stroomgebied een kwestie van ruimtelijke planning waarbij meerdere partijen betrokken zijn. In het gebied van de Libaude betreft het de volgende institutionele actoren:
-
De MEL, als projectleider en juridisch bevoegd voor waterbeheer en overstromingspreventie (GEMAPI).
-
De eigenaars-omwonenden van de waterlopen van het stroombekken. Zij zijn de wettelijke eigenaars van de waterloop en de oevers, en moeten instaan voor het onderhoud en de inrichting. Deze verplichting is echter weinig gekend of vereist een globale aanpak die de eigenaars niet kunnen financieren. Het is in dit kader dat de overheid – in dit geval de MEL – tussenbeide komt om die verplichting op zich te nemen. In landelijk gebied hebben de landbouwactiviteiten een grote impact op de waterlopen, en het inrichtingsproject – of het nu gaat om hydraulische, milieu- en/of landschapsingrepen – moet met die activiteiten rekening houden.
-
De Chambre Régionale d’Agriculture treedt op als institutionele vertegenwoordiger van de landbouwsector in dit landelijke gebied met een aanzienlijke landbouwactiviteit. De heer Bertrand Coustenoble is de vertegenwoordiger van de Chambre d’Agriculture in het Comité de Bassin de la Deûle amont voor de gemeente Marquillies.
-
De gemeenten die doorkruist worden door de waterlopen van het stroomgebied zijn hier eveneens bij betrokken, aangezien het een ruimtelijke ordeningsoperatie ten dienste van de leefomgeving betreft. Bovendien heeft elke gemeente van de MEL in het kader van het beheer van de GEMAPI-bevoegdheid twee gemeentelijke vertegenwoordigers aangesteld om met de MEL over dit onderwerp in dialoog te treden. Die twee vertegenwoordigers zijn de gesprekspartners van de kandidaten voor de terreinbezoeken.
-
De gemeentelijke vertegenwoordigers zijn gegroepeerd binnen het Comité de Bassin de la Deûle amont onder het voorzitterschap van de heer Alain BLONDEAU, burgemeester van Wavrin.
Verwachtingen betreffende het stroomgebied van de Libaude: naar een betere integratie en een betere kwaliteit van het lokale landschap
De verwachtingen betreffende het stroomgebied van de Libaude hebben betrekking op een betere integratie van de waterlopen in hun omgeving, ten dienste van de leefomgeving van de omwonenden en de MEL.
In dat kader wordt het volgende van de studenten verwacht:
-
Een SWOT-analyse van het stroomgebied uitvoeren: sterke en zwakke punten, bedreigingen en opportuniteiten;
-
Het huidige en potentiële gebruik van de waterwegen in kaart brengen, alsook eventuele lokale specificiteiten (landbouwactiviteiten, aanwezigheid van steden, bestaande kunstwerken …);
-
Een plaats of gebied van het stroomgebied identificeren die/dat rechtstreeks verband houdt met de waterloop, waar landschapsoplossingen de sterke punten en troeven kunnen versterken, de zwakke punten kunnen aanpakken en de bedreigingen kunnen elimineren;
-
Op deze plaats of in dit gebeid schetsen voorstellen van mogelijke ingrepen die de ontwikkeling van de landschapsaspecten mogelijk maken.
Aandachtspunten:
De aandacht van de studenten wordt gevestigd op het feit dat de waterlopen van het stroomgebied van de Libaude privé-eigendom zijn. Het Franse recht erkent immers de eigendom van de oever tot de helft van de bedding voor de eigenaar van het perceel dat grenst aan de waterloop.
Zo moet het gemeentebestuur van de betrokken gemeente(n) vóór elk terreinbezoek en minstens 24 uur op voorhand elektronisch of telefonisch op de hoogte worden gebracht van het bezoek. Het gemeentebestuur zal instaan voor de verspreiding van de informatie onder de lokale landbouwers.
De studenten krijgen een opdrachtbrief van de Métropole Européenne de Lille, waarin de opdracht wordt uitgelegd en die op verzoek van de eigenaars moet worden voorgelegd.
Indien de toegang tot de terreinen wordt geweigerd, wordt de studenten gevraagd het bezoek te annuleren.
Resultaten
De studenten hebben gewerkt op Léaucourt en de Reutelbeek.